Postkaarten
Geschiedenis van de postkaart
Het verhaal van de prentkaart begint met de ‘uitvinding’ van de briefkaart. Op 1 oktober 1869 werd in Oostenrijk de eerste Correspondenz-Karte uitgebracht. Aan de ene kant stond de postzegel voorgedrukt en was er ruimte voorzien voor het adres van de bestemmeling.
Op de andere kant kon de afzender een bericht schrijven. Deze briefkaart werd een groot succes, mede dankzij het aantrekkelijk posttarief. Snel daarna volgde Hongarije, dat toen met Oostenrijk een zogenaamde dubbelmonarchie vormde.
België volgde op 1 januari 1871 met een "CARTE-CORRESPONDANCE" tegen een porttarief van 5 c.
Het duurde niet lang of men bracht kleine afbeeldingen aan op de kant waar het bericht kwam. De eerste prentkaart werd ontworpen door een Oostenrijkse officier in 1871. Al snel ontstond er een echte ‘prentkaartindustrie’, hierbij gestimuleerd door het ontluikende toerisme en de doorbraak van de fotografie.
In 1898 richtten de fotografen Thill en Nels samen een bedrijf op in Brussel, dat nog steeds bestaat als marktleider in België.
Tot het begin van de 20e eeuw bleef de afbeelding beperkt van formaat. Pas in 1906 kwam daar verandering in en mocht er tekst worden geschreven naast het adres. Zo kwam de voorkant volledig vrij voor de afbeelding.
In het eerste kwart van de 20e eeuw kende de prentkaart een hoogbloei. Voor Vlaanderen is er een duidelijke piek in de productie tijdens en kort na de Eerste Wereldoorlog.
In die periode was de prentkaart niet enkel een middel om vakantiegroeten over te brengen. Het was voor veel mensen een goedkope en eenvoudige manier om contact te houden met familie en vrienden. Vandaar de vaak voorkomende vermelding ‘Met genegen groeten’ .
Corresponderen per brief was toen immers een stuk duurder en telefonie was nog niet toegankelijk voor de grote massa.
Net voor de Tweede Wereldoorlog kende de kaart nog een bloeiperiode.
Na de Tweede wereldoorlog, door het invoeren van de betaalde vakantie kreeg de massa de mogelijkheid om op reis te gaan of uitstapjes te maken.en begonnen veel toeristen zelf foto's te nemen. Vanaf de jaren vijftig veroverde de kleurenzichtkaart de markt.
Momenteel zijn de oude prentkaarten gegeerde verzamelobjecten geworden. Op ruilbeurzen en rommelmarkten worden ze druk verhandeld. Het zijn echter niet enkel de verzamelaars die interesse tonen voor de oude prentkaarten. Ook het ruime publiek kijkt graag terug naar het verleden. Kijkboeken met oude kaarten gaan dan ook vlot van de hand.